Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Juda

Juda

Jakobs vierde zoon bij zijn vrouw Lea. In zijn sterfbedprofetie voorspelde Jakob dat er uit Juda’s afstammingslijn een grote, blijvende heerser zou komen. Als mens stamde Jezus van Juda af. De naam Juda duidt ook op de stam en later op het koninkrijk dat ernaar genoemd werd. Juda, ook wel het zuidelijke koninkrijk genoemd, bestond uit de stammen Juda en Benjamin, en de priesters en Levieten. Juda omvatte het zuidelijke deel van het land, waar zich ook Jeruzalem en de tempel bevonden (Ge 29:35; 49:10; 1Kon 4:20; Heb 7:14).