Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

PORTRETTEN UIT HET VERLEDEN

Aristoteles

Aristoteles

MEER dan 2300 jaar geleden leverde Aristoteles een belangrijke bijdrage aan de wetenschap en de filosofie. Sindsdien hebben zijn werken mensen geboeid en zijn ze massaal vertaald en bestudeerd. James MacLachlan, hoogleraar geschiedenis, zei dat ‘de denkwijze van Aristoteles over de natuur bijna 2000 jaar lang de heersende denkwijze in Europa was’. Enkele van Aristoteles’ denkwijzen hebben zelfs invloed gehad op zowel katholieke en protestantse als islamitische leringen.

Hij had een brede interesse

Aristoteles schreef over astronomie, beweging, biologie, dichtkunst, ethiek, genot, kunst, logica, magnetisme, metafysica, politiek, psychologie, recht, retoriek, taal en de ziel, die hij als sterfelijk beschouwde. Maar hij wordt vooral geroemd om zijn werk betreffende biologie en logica.

Griekse geleerden uit de oudheid vertrouwden op hun vermogen tot waarneming, gevolgtrekking en logica om de natuur te verklaren. Ze begonnen met wat zij beschouwden als overduidelijke waarheden. Ze waren van mening dat als ze goed redeneerden over die waarheden, ze tot de juiste conclusies zouden komen.

Geleid door die filosofie hebben ze inderdaad meerdere goede conclusies getrokken, onder andere dat er een onderliggende ordelijkheid in het heelal moest zijn. Een belangrijk probleem was echter dat hun waarnemingsvermogen beperkt bleef tot wat ze met eigen ogen konden zien — een beperking die veel briljante mannen, onder wie Aristoteles, tot verkeerde conclusies leidde. Ze geloofden bijvoorbeeld dat de planeten en sterren om de aarde draaiden. Dat werd toen beschouwd als een vanzelfsprekende waarheid. In het boek The Closing of the Western Mind staat: ‘Zowel verstand als ervaring leken de Griekse zienswijze van een geocentrisch heelal te bevestigen.’

Die verkeerde zienswijze zou weinig gevolgen hebben gehad als die alleen tot de wetenschap beperkt was gebleven. Maar dat was niet het geval.

Het katholicisme omarmt Aristoteles

In het ‘christelijke’ Europa van de middeleeuwen werden enkele van Aristoteles’ leringen bestempeld als algemeen aanvaarde waarheden. Rooms-katholieke theologen — met name Thomas van Aquino (ca. 1224-1274) — verwerkten de werken van Aristoteles in hun theologie. Op die manier werd het idee van Aristoteles dat een stilstaande aarde het middelpunt van het heelal was, een katholiek dogma. Dat werd ook overgenomen door protestantse leiders, zoals Calvijn en Luther, die zeiden dat de lering Bijbels was. (Zie het kader ‘ Ze lazen meer in de Bijbel dan er stond’.)

Enkele van Aristoteles’ leringen werden bestempeld als algemeen aanvaarde waarheden

De schrijver Charles Freeman zei: ‘Op sommige gebieden waren het Aristotelianisme [Aristoteles’ leringen] en het katholicisme vrijwel niet meer van elkaar te onderscheiden.’ Het is dan ook weleens gezegd dat Aristoteles door Aquino tot het katholieke geloof werd ‘gedoopt’. Maar volgens Freeman ‘was Aquino bekeerd tot het Aristotelianisme’. En in feite was dit tot op zekere hoogte ook met de kerk het geval. Als gevolg daarvan moest Galilei, een Italiaanse astronoom en wiskundige die objectief bewijs durfde aan te voeren dat de aarde om de zon draait, voor de inquisitie verschijnen en werd hij gedwongen zijn bewering te herroepen. * Ironisch genoeg erkende Aristoteles dat wetenschappelijk bewijs progressief en aan herziening onderhevig is. Hadden de kerken die denkwijze maar overgenomen!

^ ¶11 Zie voor meer informatie het artikel ‘Galilei’s conflict met de Kerk’ in de Ontwaakt! van 22 april 2003.